https://tijdschrifttops.nl/issue/feedTijdschrift OnderwijsPraktijk Studies 2023-08-31T13:07:27+02:00Patrick Sinsp.sins@thomasmorehs.nlOpen Journal Systems<p>Het<em> Tijdschrift voor OnderwijsPraktijk Studies (TOPS)</em> is een digitale uitgave voor en over praktijkgericht onderwijsonderzoek in Nederland. Het tijdschrift biedt onderwijsonderzoekers, studenten en professionals die actief zijn in alle sectoren van het onderwijs een platform om hun onderzoek open-access te publiceren.</p> <p><strong>De deadline voor bijdragen voor het themanummer<em> Kansen(on)gelijkheid </em>is nu 1 november 2023</strong></p>https://tijdschrifttops.nl/article/view/12509Het combineren van mantelzorg en studie: op weg naar meer bewustzijn2022-10-12T13:43:05+02:00Melissa van AlffMelissa.vanAlff@han.nlHilde Wierda-Boerhilde.wierda@han.nl<p>Ongeveer 12% van de Nederlandse hbo- en universiteitsstudenten verleent naast hun studie zorg aan een naaste. Zij hebben vergeleken met medestudenten een verhoogde kans op psychische of fysieke klachten en studieproblemen. Studerende mantelzorgers zijn zich vaak niet bewust van hun mantelzorgtaak. Hierdoor, en omdat studieloopbaanbegeleiders weinig kennis hebben over mantelzorg, komen zij pas in beeld wanneer problemen zich voordoen. In dit kwalitatieve, exploratieve onderzoek wordt gekeken hoe het bewustzijn over studerende mantelzorgers en de impact van het combineren van mantelzorg en studie vergroot kan worden onder studieloopbaanbegeleiders en studerende mantelzorgers zelf, om beter aan te sluiten op de behoeften van studerende mantelzorgers. Semigestructureerde interviews met vijf studerende mantelzorgers en zeven studieloopbaanbegeleiders van HAN University of Applied Sciences zijn op narratieve wijze geanalyseerd. <strong><br></strong>De resultaten laten, zoals verwacht, zien dat studerende mantelzorgers zichzelf niet als mantelzorger identificeren. Ook studieloopbaanbegeleiders hebben moeite hen als zodanig te herkennen. Dit komt doordat studenten doorgaans niet uit zichzelf vertellen over hun mantelzorgsituatie, maar ook doordat studieloopbaanbegeleiders bij mantelzorg denken aan het verzorgen van een ouder familielid. Om het bewustzijn over studerende mantelzorgers en de impact van het combineren van mantelzorg en studie te vergroten is het noodzakelijk de term praktisch te maken met een diversiteit aan casuïstieken. Dit helpt oude beelden los te laten en ondersteunt studerende mantelzorgers in hun zelfidentificatie. Studieloopbaanbegeleiders die zich bewust zijn van de verscheidenheid aan mantelzorgsituaties en de bijbehorende impact, zullen in studieloopbaangesprekken sneller doorvragen naar de thuissituatie. Dit bevordert signalering en daarmee tijdige ondersteuning van de studerende mantelzorger.<strong><br><br></strong></p>2023-04-13T00:00:00+02:00Copyright (c) 2023 Melissa van Alff, Hilde Wierda-Boerhttps://tijdschrifttops.nl/article/view/13409Betekenisvolle interactie in breakoutrooms bevorderen om online integratie onder deeltijdstudenten te versterken2023-03-20T14:08:09+01:00Janneke Louwersej.l.louwerse@hr.nlDimitri Sprokkereef0945057@hr.nlJeroen Rozendaalj.s.rozendaal@hr.nl<p>Formele sociale integratie (FSI) draagt bij aan studiesucces van studenten. Het vraagstuk hoe FSI bevorderd kan worden in blended onderwijs blijft ook na de coronapandemie relevant, gezien de flexibiliseringsbehoefte in het onderwijs. In dit onderzoek ligt de focus op het bevorderen van betekenisvolle interactie tussen studenten van de flexibele deeltijdlerarenopleiding Talen van Hogeschool Rotterdam. We zien betekenisvolle interactie als een kortetermijnuitkomst, haalbaar binnen één of enkele lessen, die op langere termijn bijdraagt aan FSI. Onze context was de cursus ‘Talenonderwijs en Digitale Didactiek’ waarin studenten in leerteams samenwerkten en elkaar adviseerden voor de eigen lespraktijk in online breakoutrooms. Interventies omvatten een betekenisvolle opdracht, roulerende rollen en ‘scripts’ en waren gericht op het uitlokken van GIPS-basisprincipes van samenwerkend leren. Interventies werden in twee iteraties aangescherpt op basis van inzichten uit observaties van studentgedrag in breakoutrooms en een online vragenlijst. Onze resultaten leidden tot reflectie ten aanzien van deze interventies. De relevantie van de opdracht werd door studenten onderschreven, maar studenten dienen zich beter te verdiepen in de hulpvraag van degene die zij adviseren. Rollen moeten complementair zijn, elkaar niet overlappen en helder worden omschreven om functioneel te zijn. Een gezamenlijke referentie voor evaluatie van de waarde van adviezen versterkt betekenisvolle interactie. Scripts ondersteunen hierbij, maar vragen extra denkkracht van studenten; ‘overscripting’ ligt op de loer. Het loont om met studenten een script in te oefenen, maar herhaling van éénzelfde samenwerkingsvorm kan leiden tot demotivatie. Een rondgang van de docent langs de breakoutrooms lijkt betekenisvolle interactie te vergroten.</p>2024-01-03T00:00:00+01:00Copyright (c) 2023 Janneke Louwerse, Dimitri Sprokkereef, Jeroen Rozendaalhttps://tijdschrifttops.nl/article/view/13264Docentstrategieën voor online gemeenschapsvorming in het hoger onderwijs: een systematische review2022-12-13T13:32:10+01:00Claudia Luijerc.h.luijer@pl.hanze.nlAnnegien Langelooa.langeloo@pl.hanze.nlMarca V. C. Wolfensbergerm.v.c.wolfensberger@pl.hanze.nl<p>Een gevoel van saamhorigheid onder studenten en tussen studenten en docenten is belangrijk voor goed onderwijs, ook voor online onderwijs. Door de plotselinge overschakeling naar afstandsonderwijs tijdens de coronacrisis worstelden docenten met het creëren van gemeenschappen. Betekenisvolle verbindingen en betrokkenheid tussen docenten en studenten ontstonden moeizaam. Deze systematische review van onderzoek naar strategieën voor gemeenschapsvorming in het online hoger onderwijs bundelt de kennis over dit onderwerp en presenteert praktijkgerichte adviezen voor docenten. Zevenentwintig artikelen zijn geïncludeerd in onze reviewstudie. In de analyse komen vier thema’s naar voren: (1) pedagogisch-didactische strategieën, (2) sociale interacties, (3) leeromgeving en (4) differentiatie. Om sterke online leergemeenschappen te verwezenlijken zijn ruimte en aandacht voor gemeenschapsvorming, goede communicatie en een gevoel van nabijheid de belangrijkste kernstrategieën voor docenten. Nadrukkelijk bewustzijn van het belang van gemeenschapszin is nodig om in online onderwijs gemeenschappen te kunnen vormen.</p>2023-08-01T00:00:00+02:00Copyright (c) 2023 Claudia Luijer, Annegien Langeloo, Marca V. C. Wolfensbergerhttps://tijdschrifttops.nl/article/view/13369De Docent als Schakel: Helpende en Belemmerende Docentovertuigingen bij Blended Onderwijs 2022-12-13T11:21:11+01:00Mariola Gremmenmariola.gremmen@han.nlEsther van der Stappenej.vanderstappen@avans.nl<p>Blended onderwijs is een speerpunt in het (hoger) onderwijs om activerend, studentgericht onderwijs te bieden en daarmee motivatie, betrokkenheid en leerprestaties te verhogen. Onderzoek toont de meerwaarde en effectiviteit van een goed doordachte blend aan. De docent is hierbij aan zet. Dit onderzoek richt zich daarom op de docent als schakel, met als doel inzicht te krijgen in docentovertuigingen over de kansen en uitdagingen bij het ontwerpen en uitvoeren van blended onderwijs. Docentovertuigingen definiëren we als mentale constructen van docenten rondom blended onderwijs: houding, perspectieven, aannames, kennis, professionele identiteit, ervaringen en kennis. In deze praktijkstudie hebben we vijftien semigestructureerde interviews gehouden met docenten bij een technische academie in een Nederlandse hogeschool. De resultaten tonen vooral helpende overtuigingen rondom blended onderwijs. Docenten zien de noodzaak en meerwaarde voor studenten om gevarieerder en meer plaats- en tijdsonafhankelijk te leren. Bovendien ervaren ze ondersteuning vanuit collega’s en de organisatie. Er kwamen ook enkele belemmerende overtuigingen naar voren, met name rondom studentmotivatie voor asynchrone leeractiviteiten en het missen van een overzicht over alle mogelijke leeractiviteiten om een passende mix aan te bieden. Daarbij vragen ze kennisdeling en willen ze graag van elkaar leren. De bevindingen en aanbevelingen bieden inzicht in de kansen die er liggen om blended onderwijs nog meer weloverwogen en doordacht te kunnen opzetten en uitvoeren. Praktische implicaties en ideeën voor vervolgonderzoek worden besproken.</p> <p><em> </em></p> <p><em> </em></p>2023-09-01T00:00:00+02:00Copyright (c) 2023 Mariola Gremmen, Esther van der Stappenhttps://tijdschrifttops.nl/article/view/14349Over de sandwich en de satéprikker: Onderzoekend vermogen als kerncompetentie van onderwijsprofessionals.2023-06-05T09:39:24+02:00Lisette Munnekelisette.munneke@hu.nl<p>Inleidend artikel op het themanummer <em>Onderzoekend vermogen.</em></p> <p>Onderzoekend vermogen is een term die vanaf 2009 binnen het hbo in gebruik is en sindsdien ook gebruikt wordt in de lerarenopleidingen en het mbo. Wat ‘onderzoekend vermogen’ precies inhoudt, wordt daarbij zelden helder gedefinieerd. Er is een enkele empirische studie die geprobeerd heeft hier meer duidelijkheid te bieden, maar tot op de dag van vandaag worden meerdere termen naast en door elkaar gebruikt waarbij niet duidelijk is of deze termen voor gebruikers dezelfde betekenis hebben of verschillende fenomenen aanduiden. Dat geeft een conceptuele verwarring die er bijvoorbeeld voor zorgt dat (leraren)opleidingen veel problemen ervaren als het gaat om het ‘hoe’ van de ontwikkeling van deze competentie bij een (aankomend) professional. Dit introducerende artikel op het themanummer van Tijdschrift voor Onderwijspraktijkstudies over het onderzoekend vermogen van onderwijsprofessionals probeert te laten zien hoe onderzoekend vermogen de satéprikker kan zijn die van de losse boterhammen ‘theorie’ en ‘praktijk’ een sandwich ‘professionele ontwikkeling’ kan maken. In dit artikel wordt eerst ingegaan op de verwarring rondom onderzoekend vermogen en een nieuwe definitie gepresenteerd die op basis van een systematische conceptanalyse tot stand gekomen is. Daarna wordt geschetst hoe die nieuwe definitie kan helpen om onderzoekend vermogen beter te ontwikkelen bij (aankomende) professionals en tegelijk een hulpmiddel kan zijn in mbo- en hbo-opleidingen om het leren binnen het opleidingsinstituut sterker te verbinden aan leren in de beroepspraktijk.</p>2024-02-12T00:00:00+01:00Copyright (c) 2024 Lisette Munnekehttps://tijdschrifttops.nl/article/view/13961Feedbackdashboards en e-courses als ondersteuning voor onderwijsprofessionals bij datagebruik2023-04-19T09:06:25+02:00Amber Hoefkensamber.hoefkens@ap.beAriadne Warmoesariadne.warmoes@vub.beIris Decabooteriris.decabooter@uhasselt.beEls Consuegraels.consuegra@vub.beKatrien Struyvenkatrien.struyven@uhasselt.beGert Vanthournoutgert.vanthournout@ap.beLaura Herrewijnlaura.herrewijn@ap.beRoos Van Gasseroos.vangasse@uantwerpen.be<p>Vanaf 2024 zullen centrale toetsen voor Nederlands en wiskunde geïntroduceerd worden in het basis en secundair onderwijs in Vlaanderen. Het voornaamste doel van deze toetsen is om schoolontwikkeling te ondersteunen en de onderwijskwaliteit te verbeteren. De toetsen kunnen dit doel pas bereiken wanneer onderwijsprofessionals betekenisvolle feedback ontvangen en de vertaalslag wordt gemaakt van feedback naar concrete acties om de klas- en schoolpraktijk te verbeteren. Het Steunpunt Centrale Toetsen in Onderwijs zet daarom ten eerste in op het ontwikkelen van een gebruiksvriendelijk feedbackdashboard waarop de onderwijsprofessionals de feedback vlot kunnen raadplegen en ten tweede op het ontwikkelen van een <em>e-course</em> over datageletterdheid en datagebruik. Via <em>educational design research</em> wordt onderzocht hoe het feedbackdashboard en de e-course volgens experten, literatuur en onderwijsprofessionals moet worden vormgegeven. Om de onderzoeksvragen te beantwoorden werden interviews en focusgroepen afgenomen bij experten (n=25), schoolleiders (n=23), leraren (n=19), lerarenopleiders (n=4) en pedagogisch begeleiders (n=24). Uit de resultaten worden vijf designprincipes gedestilleerd die als basis dienen om het feedbackdashboard en de e-course te ontwikkelen, namelijk (1) de inhoud moet als doordacht, relevant, rijk, en betrouwbaar gepercipieerd worden, (2) de manier waarop de feedback weergegeven wordt faciliteert een accurate interpretatie van de feedback die daarna aan de hand van een e-course verder ondersteund wordt, (3) het feedbackdashboard en de e-course bieden onderwijsprofessionals niet enkel data maar ook handvaten voor doelbewust datagebruik in de praktijk, (4) de opbouw is duidelijk en gebruiksvriendelijk en (5) de noden van de onderwijsprofessionals staan centraal en primeren over technologische aspecten.</p>2024-03-05T00:00:00+01:00Copyright (c) 2024 Amber Hoefkens, Ariadne Warmoes, Iris Decabooter, Els Consuegra, Katrien Struyven, Gert Vanthournout, Laura Herrewijn, Roos Van Gassehttps://tijdschrifttops.nl/article/view/13779De bijdrage van academisch opgeleide leerkrachten aan een onderzoekscultuur in basisscholen2023-04-07T10:56:59+02:00Louise Verhoefl.verhoef@uva.nlMonique Volmanm.l.l.volman@uva.nlLisa Gaikhorstl.gaikhorst@uva.nl<p class="paragraph" style="margin: 0cm; line-height: 150%; vertical-align: baseline;"><span class="normaltextrun">Een </span><span class="spellingerror">onderzoekscultuur</span><span class="normaltextrun"> in scholen, waarin leraren gezamenlijk onderzoeksmatig werken, is belangrijk voor het verbeteren van onderwijskwaliteit. Dat was één van de redenen voor het ontstaan van academische opleidingen voor leerkrachten. Er is echter weinig bekend over de rol die academisch opgeleide leerkrachten inmiddels spelen in basisscholen. Dit casestudy onderzoek laat zien hoe vijf academische basisschoolleerkrachten bijdragen aan de </span><span class="spellingerror">onderzoekscultuur</span><span class="normaltextrun"> op hun school en welke factoren hun rol hierin stimuleren of belemmeren. Er zijn semigestructureerde interviews afgenomen met vijf leerkrachten en hun schoolleiders (N=10). Aanvullend zijn analyses van schoolbeleidsdocumenten en observaties van teamvergaderingen uitgevoerd. De resultaten laten zien dat deze academische leerkrachten op een drietal manieren bijdragen aan de </span><span class="spellingerror">onderzoekscultuur</span><span class="normaltextrun"> in hun school, namelijk door bestaande kennis met collega’s te delen, aan te zetten tot (gezamenlijke) kritische reflectie op het schoolbeleid en vernieuwingen vanuit een onderzoekende houding te initiëren. </span><span class="spellingerror">Zelfvertrouwen in</span><span class="normaltextrun"> het eigen vermogen om samen te werken op het gebied van onderzoeksmatig werken, en een formele </span><span class="spellingerror">onderzoeksrol</span><span class="normaltextrun"> binnen de school zijn volgens academisch opgeleide leerkrachten belangrijke factoren die hun bijdrage aan de </span><span class="spellingerror">onderzoekscultuur bevorderen</span><span class="normaltextrun">.</span><span class="eop"> </span></p>2024-02-09T00:00:00+01:00Copyright (c) 2023 Louise Verhoef, Monique Volman, Lisa Gaikhorsthttps://tijdschrifttops.nl/article/view/14247Van theorie naar betekenisvolle le(e)spraktijk: hoe ontwerponderzoek bijdraagt aan curriculumexpertise van leraren2023-08-31T13:07:27+02:00Liza van den Boschl.j.van.den.bosch@fsw.leidenuniv.nlAnke Herdera.herder@slo.nlGeesje van Slochtereng.vanslochteren@slo.nlTalita Groenendijkt.groenendijk@slo.nl<p class="p1">In dit artikel doen we verslag van een kwalitatief onderzoek naar de impact van praktijkgericht ontwerponderzoek op de curriculumexpertise van leraren in de onderbouw van het voortgezet onderwijs. Deze leraren namen gezamenlijk deel aan een project voor verbetering van het leesonderwijs voor 12–15-jarigen, waarin samenwerking met lerarenopleiders en wetenschappers in een bovenschools netwerk het uitgangspunt was. De leraren gaven Nederlands of economie, aardrijkskunde, geschiedenis of Mens en Maatschappij en werkten in duo’s, al dan niet vakoverstijgend, gedurende één of twee jaar aan dit project. De deelnemers zijn via learner reports (n = 14) en semi-gestructureerde groepsinterviews (n = 17) bevraagd over hun curriculumexpertise, de succesfactoren en belemmerende factoren in het project, en de verwachte impact op de praktijk. Resultaten laten zien dat de deelnemende leraren verschillende vormen van curriculumexpertise hebben opgedaan, waarbij vakspecifieke- en vakdidactische expertise een belangrijke basis vormde, en dat er aanwijzingen zijn voor meer curriculumbewust handelen van de leraren. De wetenschappelijke inzichten over lezen vormden cruciale input voor leraren bij het ontwikkelen van onderwijsmateriaal (bijv. lessenreeks, leerlijn). Onder andere het directe contact met wetenschappers en de facilitering in tijd waren belangrijke factoren die bevorderend werkten en zorgden voor de bereidheid onder leraren om zich in te zetten voor duurzame implementatie op school. Geconcludeerd kan worden dat via ontwerponderzoek en nauwe samenwerking tussen leraren, lerarenopleiders en wetenschappers, theorie en praktijk succesvol verbonden werden. Het project kan dus gezien worden als een good practice wat betreft docentprofessionalisering, kennisbenutting en curriculumvernieuwing.</p>2024-02-09T00:00:00+01:00Copyright (c) 2023 Liza van den Bosch, Anke Herder, Geesje van Slochteren en Talita Groenendijkhttps://tijdschrifttops.nl/article/view/14391Onderzoek in het mbo: De bijdrage van de practoraten 2023-05-11T09:47:54+02:00Marc van der Meermarc.vandermeer@tilburguniversity.eduHenk Ritzenhenkritzen@gmail.comJorick Scheerensjorick@practoraten.nlRonald Stevensr.stevens@stevens-consultancy.nl<p>Tien jaar na de oprichting van het eerste practoraat in Amsterdam, schetsen we in dit artikel een beeld van de stand van zaken van onderzoek in het mbo. De tekst is gebaseerd op drie verkenningen die zijn geïnitieerd vanuit de MBO Raad met steun van de Stichting Practoraten. De eerste verkenning onder bestuurders van mbo-instellingen laat zien dat onderzoek in het mbo bij steeds meer instellingen een vaste voet aan de grond krijgt. Grote uitdaging is de kennisverspreiding binnen de school. De tweede vragenlijst onder een 20-tal practoren laat zien dat evidence-informed werken steeds meer invulling krijgt. De vele initiatieven versterken de zichtbaarheid en kwaliteit van het mbo. De derde verkenning onder lectoren laat zien dat onderzoek in het mbo een proces is van lange adem, maar zeer kansrijk als nieuwe verbindingen worden gelegd. Nadere prioritering is nodig om de slag te maken naar nieuwe niveaus van volwassenheid in het onderzoek in het mbo.</p>2023-11-27T00:00:00+01:00Copyright (c) 2023 Henk Ritzen, Marc van der Meer, Jorick Scheerens, Ronald Stevenshttps://tijdschrifttops.nl/article/view/13959Samen onderzoekend werken in een consortium van onderwijs- en onderzoeksprofessionals2023-06-15T10:43:29+02:00Niek van den Bergn.van.den.berg@aeres.nlChrista Teurlingschrista.teurlings@gmail.comJeroen S. Rozendaalj.s.rozendaal@hr.nl<p>Het consortium Tools voor Teamleren, bestaande uit masteropgeleide teacher leaders in het mbo en onderwijsonderzoekers van daarbuiten, heeft zich sinds 2014 gebogen over de versterking van de rol van de masteropgeleiden. Het consortium beschouwde zich daartoe als een Research Practice Partnership (RPP), en wilde daarmee zowel werken aan oplossingen voor praktijkvraagstukken als bijdragen aan de stand van de wetenschappelijke kennis.</p> <p>Dit artikel beschrijft hoe dit consortium de onderzoekende samenwerking tussen onderwijs- en onderzoeksprofessionals in 2019-2022 (een door NRO gesubsidieerde projectperiode) heeft vormgegeven en wat het in de loop der jaren daaruit heeft geleerd. Kwalitatief vragenlijstonderzoek aangevuld met reflectieve gesprekken binnen het consortium leverde inzichten op over hoe consortiumleden het proces van collectief leren binnen een RPP kunnen versterken. Hierbij heeft het wetenschappelijk praktijkgericht onderzoek als vliegwiel gewerkt voor zowel het werken aan praktijkvraagstukken in de scholen, als het ontwikkelen van breder bruikbare en relevante inzichten voor praktijk en wetenschap.</p>2024-01-10T00:00:00+01:00Copyright (c) 2023 Niek van den Berg, Christa Teurlings, Jeroen S. Rozendaal